vrijdag 30 januari 2009

Revolutie!!

Vanmorgen hoorde ik dat de bankiers van Wall Street zich de crisis heel erg aangetrokken hadden, en zichzelf, in 2008, maar liefst 44% minder bonus uitgekeerd hadden. Nu bleef er een krappe 18,4 Miljard Dollar over. Op Wall Street alleen, aan bonussen. Voor zover ik het snap is een bonus een vorm van prestatie beloning, en hebben de banken zo ontzettend slecht gepresteerd dat er eerder een malus toegekend zou moeten worden.
De nieuwe Amerikaanse president spreekt van grof machtsmisbruik (de vorige scheen het allemaal wel goed te vinden, maar ja, die had heel andere vrienden).

Wat heeft dat met toeleveren te maken? Bijna alles. Door de steigerende en weigerende banken en hun machtsmisbruik komt de hele samenleving knarsend tot stilstand, en dus ook de industrie, en daarmee de toeleverings industrie.
Van de economen bij de banken snap ik ook al niet veel. Ze hebben, nu door de centrale banken de rente verlaagd is, historisch lage inkoopprijzen, maar ze handhaven hun uitleenrente, ofwel hun verkoopprijzen. En ze zijn uitermate terughoudend met het verstrekken van nieuwe leningen. Volgens mijn logica kun je beter meer verkopen tegen een lagere marge (als die maar voldoende positief blijft) dan niets tegen je oude, hogere marge. Ik vermoed dat het met het uitlenen van geld ook ongeveer zo werkt.

Maar goed, de macht hoort dus niet bij de banken thuis. En dus ook niet bij de Amerikaanse president. Maar waar hoort de macht dan wel thuis? Bij het volk? Als het volk mag kiezen kiest het voor veel en goedkoop. Allemaal Aziatische import dus, en helpt zo de eigen industrie en dus werkgelegenheid om zeep. Het experiment met volksvertegenwoordigingen, dat ooit door de oude Grieken begonnen is, is wellicht het minst mislukte experiment tot nog toe. Maar als je het gekrakeel op het politieke toneel maar een heel klein beetje volgt kun je toch niet anders dan constateren dat het toch echt een mislukt experiment is.

De macht hoort ook niet thuis bij het internationale bedrijfsleven, want dat is op zijn beurt bang voor de aandeelhouders, en de aandeelhouders zijn ook ‘volk’, met een duurdere smaak weliswaar, maar vooral uit op eigen belang op korte termijn.

Nee, ik denk dat de macht thuishoort bij het familiebedrijf. Want dat is er al generaties op gericht om het bedrijf bloeiend aan de volgende generatie over te dragen. En zo zouden we ook met de wereld om moeten gaan. En voordat iedereen nu met borden en spandoeken “Albert Hein for president” de straat op gaat wil ik de keuze nog verder beperken. Want de bestuurders van de Zaanse grootgrutter lijken ook niet helemaal onbevlekt.

Neen, na de komende revolutie moet de macht naar het MKB-familie bedrijf, en om opportunisten minder kans te geven mag er een grote, controlerende, rol zijn voor de milieu beweging.
Dat lijkt mij dé manier om tot een wereldwijde, duurzame, samenleving te komen .

(Hoewel, zijn de internationale maffia en sommige drugs kartels ook geen familie bedrijven?)

woensdag 28 januari 2009

Haastige Spoed

Ja, dat zegswijze kennen wij wel.
Haastige spoed geeft niet alleen stress, het vergroot ook de kans op fouten, dat is maar zelden goed. En dat terwijl haastige spoed vaak vermijdbaar is. En dat is wel goed natuurlijk. Vandaag gaat het over ‘vermijdbare spoed’.

Hoewel de wereld snel verandert zijn er ook nog steeds een heleboel ‘vaste waarden’. En dat merken wij, als toeleverancier van automatendraaiwerk, ook. Sommige onderdelen maken wij al jaren in niet of nauwelijks gewijzigde vorm. De productiemethode is inmiddels vernieuwd, maar het product zelf niet. Dat is door zijn functie bepaald. Ook het verbruik van deze onderdelen is, hoewel niet echt constant, toch redelijk voorspelbaar. Toch lukt het sommige afnemers wel eens ‘plotseling zonder’ te zitten.
Ooit hadden wij een logistiek systeem dat zich aan voorspellingen waagde. Helaas werd een herinnering dat onderdelen misschien weer bij besteld moesten worden vaak als een (opdringerige) poging tot verkoop gezien, dus daar zijn we niet mee doorgegaan.

Van de onderdelen die regelmatig terugkomen proberen wij een (kleine) buffer achter de hand te houden, en zo hebben wij al vaak een, niet zo spectaculaire, redding uit kunnen voeren. En zo kunnen wij dan direct leveren zonder spoed-order die de onderdelen die wel op tijd besteld zijn vertraging doen oplopen, of, door de haast gemaakte, fouten en vergissingen.

Zo kan een toeleverancier ook bij voorraadbeheer dienstverlenend zijn. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat wij met grote voorraden blijven zitten, en daarom maken wij graag afspraken over deze kleine voorraadjes. Want te veel kleintjes maken ook voor ons een hele grote.

maandag 26 januari 2009

Roept u maar (af) !

Over raamorders en afroepen

In het vorige stukje had ik het over leverbetrouwbaarheid. De eenvoudigste manier om de leverbetrouwbaarheid te verhogen is een eenvoudige afspraak tussen toeleverancier en uitbesteder. De raamopdracht of afroeporder.

Een automatendraaierij zoals ons bedrijf werkt het liefst met overzichtelijke, wat grotere, series.
Wat is nu een ‘wat grotere serie', want dat is ook voor iedereen verschillend. Uit het oogpunt van efficiency kan een serie bijna niet groot genoeg zijn. De machine insteltijd moet ook betaald worden, en door hoe meer producten je die deelt, hoe lager de bijdrag per produkt is. Maar er zijn meer voordelen. Materiaal zakt meestal in prijs bij grotere hoeveelheden, en bij een langer lopende serie doe je toch iedere keer meer handigheid en vertrouwen op, waardoor nauwkeuriger bekend is hoe vaak de machine gecontroleerd en bijgesteld moet worden. Dat kan minder afval opleveren, dus een hogere netto produktie. Bij ons betekent het meestal dat we na enige tijd de controle frequentie kunnen verlagen, en de man-uren dus minder worden. Hoe dan ook, de kosten (per stuk) dalen door de langere looptijd.
Uit het oogpunt van voorraadbeheer kan een serie bijna niet klein genoeg zijn. Ieder onderdeel dat nog niet verwerkt is leidt tot kapitaal beslag en vormt een voorraad risico.

Ergens tussen deze twee uitersten moet een compromis gevonden worden.

Wij vinden een serie draaiwerk het leukst als deze tussen de 2 dagen en 2 weken draait. Dat geeft rust in het bedrijf, zonder dat de voorraad ontoelaatbaar oploopt. Om tot deze ‘ideale serie grootte’ te komen knippen wij langer lopende orders vaak in stukken. Maar dan moeten er wel langer lopende opdrachten zijn. Als de uitbesteder ongeveer weet wat hij in de komende periode nodig heeft kan hij vooruit bestellen, en een geschat gebruik per week, maand of kwartaal opgeven. De onderdelen worden dan over de loop van het bestelde aantal afgenomen. Meestal is de periode een jaar, maar wij vinden het niet erg als het sneller gaat. En we gunnen de afnemer ook wat uitloop als het wat langer duurt dan verwacht. Eén ding staat wel vast: het bestelde aantal moet ongewijzigd afgenomen worden. Het risico dat de reeds gemaakt onderdelen door een latere aanpassing onbruikbaar worden is volledig voor de opdrachtgever.
Omdat wij meestal niet het hele jaargebruik in één keer maken gaat dat dus meestal ook niet over het volledige aantal.

Omdat wij vooraf (ongeveer) weten wat we maken moeten is het mogelijk om via een (beperkte) voorraad ALTIJD wat onderdelen voor de klant op voorraad te hebben. Hierdoor is het, bij een goede aansturing door de klant, vrijwel steeds mogelijk om onmiddelijk te leveren. En dat geeft weer rust bij de gebruiker van ons automatendraaiwerk.

donderdag 22 januari 2009

Kwaliteit kent zijn (lever)tijd

Als een produkt aan de gevraagde specificaties voldoet, moet het ook op tijd binnen zijn. Ik wil het wordt kwaliteit bewust niet gebruiken, omdat er te veel discussie is over de mogelijke inhoud van dit veelomvattende begrip. Wat is kwaliteit? Ik spiek even bij wikipedia, en kom tot :

“Kwaliteit betekent in feite hoedanigheid, maar wordt vaak gebruikt om aan te duiden of iets of iemand aan zijn doel beantwoordt. Het is in filosofische zin een lastig precies te definëren begrip, dat echter op een praktisch vlak veel gebruikt wordt om bijvoorbeeld technische eigenschappen van een stof en geschiktheid voor een bepaald gebruik aan te duiden.”

“Iets” heeft dus de juiste kwaliteit als het geschikt is voor zijn doel. Maar in onze, meer subjectieve, beleving heeft iets pas kwaliteit als het mooi, duurzaam of ‘onverslijtbaar’ is, of anderszins de feitelijke geschiktheids eisen overstijgt.
Wij proberen ons automatendraaiwerk altijd een beetje beter te maken dan wij denken dat de klant vraagt. Dan hoeft er over kwaliteit nooit discussie te zijn.

Een goed draaiwerkstuk dat er helaas nog niet is, is niet toepasbaar. Levertijd vormt dus een deel van de kwaliteit van een product. En dan kom je bij leverbetrouwbaarheid. En dan is het soms lastig als je net iets meer wilt leveren dan de klant vraagt. Want sommige logistieke systemen delen strafpunten uit voor te vroege leveringen. Een week eerder leveren dan gevraagd leidt gelijk tot een lagere score in de leverbetrouwbaarheid. En dat vind ik een beetje vreemd. Er zijn op internet ook al aardige anekdotes over gepubliceerd, en leuke discussies gevoerd.
Natuurlijk snap ik het voor versproducten, en ook als de te vroeg geleverde goederen een hoge waarde vertegenwoordigen, dan wel veel magazijnruimte in beslag nemen. De laatste twee redenen zijn misschien wel de oorzaken dat de leverancier er van af wil. Kwijt is maar kwijt, en gefactureerd is gefactureerd.

Maar voor het gemiddelde “doosje draaiwerk” zoals wij dat leveren is altijd wel een plekje te vinden, en het gebeurt meer dan eens dat het hele project eerder voltooid kan worden als alles (voor)tijdig binnen is. En meestal is de eindgebruiker alleen maar blij als zijn nieuwe aanschaf eerder geleverd wordt. De supply chain heeft een duidelijk harmonica effect, en kleine vertragingen kunnen grote "files" veroorzaken. Door (iets) te vroege leveringen te accepteren zijn sommige vertragingen eenvoudig te vermijden.

De klant is echter koning, en wij zullen dan ook niet eerder leveren als de klant daar geen toestemming voor geeft. Maar een beetje vreemd is dat soms wel.

dinsdag 20 januari 2009

kwaliteit kent ook tijd

Aanbiedingen van verspanende toeleveranciers zijn op verschillende criteria te vergelijken. Een paar belangrijke van die kenmerken zijn specificaties, leverbetrouwbaarheid en prijs.
Die staan niet helemaal voor niets in deze volgorde. De specificaties van het product zijn door de aanvrager al vastgelegd. Dat maakt het eigenlijk direct het belangrijkste item van de offerte. Over het algemeen wordt niet eens meer omschreven waar het aangevraagde product aan moet voldoen, maar wordt alleen een tekening nummer of omschrijving gegeven. Zo vanzelfsprekend is het dat de aangeboden goederen aan de door de aanvrager omschreven eisen moet voldoen. Pas als de specificaties niet gehaald blijken te worden komen ze ter sprake. Daarom is het belangrijk dat de toeleverancier al in het offerte stadium de juiste beoordeling maakt. Soms zijn de gevraagde toleranties niet alleen moeilijk te realiseren, maar daarnaast ook nog totaal uit de lucht gegrepen. Als het onderdeel dan met veel moeite volgens de gestelde eisen gemaakt wordt is het uiteindelijk veel te duur geworden. Als de offerte goed was is het geleverde wel deze prijs waard, maar is de koper toch bekocht. Nog vreemder is de situatie als de onderdelen NIET aan de specificatie voldoen, maar dat dit nooit aan het licht komt omdat de onderdelen voor hun toepassing helemaal niet aan de hoge eisen hadden hoeven voldoen. Dan is de koper weliswaar dubbel bekocht. Maar technisch is er niets aan de hand. Er ook nu weer van uitgaande dat de offerte wel op de hogere eisen gemaakt is.
Zelf probeer ik daarom steeds de moeite te nemen om bij nauwkeurig draaiwerk met de inkoper, of liever nog met de constructeur, te overleggen of de hoge eisen wel echt noodzakelijk gesteld zijn. Wij noemen ons ‘draaibankiers die meedenken’. (Nu hebben bankiers door de kredietcrisis opeens een beduimelde reputatie, maar dat is niet altijd zo geweest, getuige de uitdrukking ‘betrouwbaar als de bank ‘.

Maar het allervervelendste is toch als de specificaties wel kloppen, en het product niet. Dat is ook een aspect van leverbetrouwbaarheid. Als de onderdelen keurig of nog maar net op tijd bij de assemblage zijn, en vervolgens niet passen ontstaat er ook een probleem. Want de goede onderdelen zullen waarschijnlijk te laat zijn.
En zo heb ik weer een leuke ingang voor mijn volgende opstel over leverbetrouwbaarheid.

vrijdag 16 januari 2009

What's in a name

Misschien is ‘toeleveren’ wel een wat pretentieuze naam voor dit weblog. Want wij leveren dan wel toe, maar we zijn niet echt de hele toelevering industrie bij elkaar. Wij doen maar één ding. Wij draaien. Wij frezen ook wel een beetje, maar in ieder geval niet het ergste.
Dat draaien gaat ons goed af, we draaien best nog wel lekker eigenlijk. Maar hoe moet ik het weblog anders noemen. Verspanende toelevering is al specifieker, maar nog te algemeen?
Draaien en toeleveren? Dat wordt een onhandige naam om als url in te typen. Vooral door de spaties. Want moet je daar streepjes neerzetten, underscores, of juist alles aan elkaar typen. Dat wordt lastig te onthouden zolang niet iedereen het zelfde doet. Draaiwerk toeleveren? Minder spaties, maar verder idem. En automatendraaiwerk toeleveren is ook een behoorlijk toetsenbord vol. En ik heb al een Blog over automatendraaiwerk. Daarin probeer ik me tot de techniek van het automatendraaien te beperken.
Daarnaast wil ik het hier niet alleen en steeds over onszelf hebben, maar over alles wat met toeleveren te maken heeft. Als toeleverancier zijn wij een schakel in het hele productieproces. Maar elke schakel is mede bepalend voor het functioneren van de hele ketting. En een Blog over toeleveren geeft mij ook de gelegenheid om te klagen over wat er in de wereld van toeleveren en uitbesteden allemaal mis is. En dat is natuurlijk best een heleboel op dit moment. En daar kunnen wij, als alle toeleveranciers samen, niet eens veel aan doen. Behalve ons beklagen dan.
Als iemand me vraag hoe het gaat is één van de vaste antwoorden: ik heb niets te klagen. Wat natuurlijk een vorm van klagen is. Nederlanders klagen graag, en ik wil graag een goede Nederlander zijn. Volgens een oud mopje is er maar één maand in Nederland waarin er opmerkelijk minder geklaagd wordt. En dat is februari, want die is korter. We gaan straks dus weer een zware maand tegemoet, met minder tijd om te klagen!

donderdag 15 januari 2009

Helpt elkaar!

Eigenlijk wil ik het in dit weblog vooral over toeleveren en uitbesteden hebben, en niet over de algemene economische toestand. Maar ja, die drie zijn vrij nauw verweven. Hoe harder de economie draait, hoe meer er uitbesteed en dus toegeleverd wordt. En vanochtend las ik een berichtje dat weer koren op mijn molen was. Op de site van RTL las ik over, door een Nyenrode professor voorgestelde, maatregelen om de Nederlandse economie weer een kickstart te geven. Daar worden op zich allemaal sympathieke maatregelen voorgesteld. Als je op korte termijn denkt tenminste. En dan kom je vanzelf op de politiek, want dat lijkt tegenwoordig een wedstrijd korte termijn denken op top niveau. Terwijl het dat juist niet zou moeten zijn.
Maar waarom is de politiek zo opportunistisch? Juist ja, omdat de kiezer steeds met mooie beloftes op de korte termijn te paaien is. Ik denk liever aan de fraaie slogan:

“ Helpt elkaar, koop Nederlandsche waar”.

Als we niet de politiek afwachten, maar zelf het heft in handen nemen is een reddingsplan veel minder hard nodig. Bovendien komt het toch te laat. En met onze eigen uitvoering kunnen we direct beginnen. Uitbesteden naar lage lonen landen drijft hier de werkeloosheid op, dus ook de premies. De Nederlandse werknemers moeten toch betaald worden, of ze nu thuis zitten of werken. En voor dat beetje extra krijg je een hoop meer voor je geld.
Aan de andere kant zijn Nederlandse bedrijven ook druk bezig met het opzetten en overnemen van buitenlandse ondernemingen en joint ventures. Volgens hun eigen beweringen brengt dat extra werkgelegenheid mee voor de Nederlandse moederbedrijven. Met overdreven protectionistische maatregelen draai je de kans voor Nederland om mondiaal mee te spelen gelijk de nek om.
Samengevat: Geef Nederlandse bedrijven de ruimte, dat helpt beter dan regeltjes. En kijk, voor je een bestelling over de grens doet, of het niet minstens zo goed in ons eigen Nederland gemaakt kan worden.

dinsdag 13 januari 2009

Even geen nieuws

Als je het nieuws wordt je, als toeleverancier, niet vrolijk. Daarom wil ik maar even geen nieuws horen of bespreken. Maar het kriebelt toch. Ik ben geen econoom, maar ik kan wel een beetje rekenen. We maken ons met zijn alle grote zorgen, want de economie krimpt, misschien wel 1%. Terwijl er eerst een groei was van maar liefst 1,5 %.

Volgens mij betekent die 2,5 % hooguit het verschil tussen veel te veel en gewoon te veel (hebben, moeten, maken, kopen, verkopen, noem maar op). Tussen zwaar overwerkt en een beetje overwerkt. Want dat we in de drukke tijd stijf van de stress stonden kon je altijd overal horen en lezen.

En nu is er dan weer stress omdat alles stilstaat. Hoezo stilstaan, er is 2,5 % minder van alles. Dat is een hapje op een vol bord. Volgens mij zijn er gewoon types die van alles stress en sensatie weten te maken. En als we dat met zijn allen geloven worden we bang. En als we er in meegaan worden de angsten bewaarheid, en staat alles stil

Maar er is een remedie voor ondernemers, productieleiders, chefs en anderen die niet tegen de stress van een volle of een lege planning kunnen: Uitbesteden!

Door uitbesteden van alles wat niet de belangrijkste bezigheid (core business dus) van een bedrijf is kweek je rust en overzicht. Maar dan moet dat uitbesteden wel goed gebeuren. Alleen op prijs een toeleverancier selecteren kan een hele dure oplossing zijn. Als uitbesteder moet je weten wat je uitbesteed bij welke toeleverancier, en vooral waarom. De belangrijkste reden voor uitbesteden is niet altijd dat de kostprijs van de ingekochte goederen of diensten lager worden. Iedereen met een rekenmachine of een spreadsheet kan met de zelfde gegevens een andere kostprijs uitrekenen. Het is maar net welke factoren je meeneemt.
Neen, uitbesteden doe je om je op je kerntaken te richten, want de rest kun je overlaten aan degenen die er handiger in zijn. Of het nu gaat om voertuigen leasen of om draaiwerk uitbesteden. Het bevrijdt de uitbesteder niet alleen van allerlei sores, maar het geeft het ook de ruimte om verder te ontwikkelen aan zijn bedrijf, zijn producten en de marketing daarvan.

Het lijkt een open deur intrappen, en is zeker geen nieuws:

Geen zorgen over overwerk, of juist machine stilstand, maar zeker weten dat je uitbestede onderdelen goed en op tijd binnenkomen. Daar wordt een planner toch vrolijk van?

vrijdag 9 januari 2009

IJSVRIJ!!

Gisteren zag ik in het nieuws dat een aantal ambtenaren (was het nou van buitenlandse zaken) ijsvrij gekregen heeft. Of het nu was om te schaatsen of niet dat deed er niet toe. Gewoon extra verlof. Als het werk het toeliet tenminste. Dus waren er op het NOS journaal drommen mensen (vermoedelijk ambtenaren) te zien die het gebouw verlieten.
Ik zal hier geen flauwe ambtenaren grapjes gaan vertellen of herhalen, maar het geeft toch te denken.

Inmiddels begint de inschrijving voor de arbeidstijdverkorting lekker te lopen begreep ik uit diverse media. Nou ja, lekker, het is natuurlijk jammer dat het überhaupt nodig is om zo’n regeling in het leven te roepen. Een heleboel werknemers krijgen dus ijsvrij zolang de economie niet ontdooit.

Zolang we het door de scheppende (inclusief de agrarische)industrie verdiende geld met dit soort maatregelen weg laten halen bij de bron, zodat een of andere overheid het naar eigen goeddunken kan verdelen moeten we steeds slimmer worden om geld te blijven verdienen. Want anders valt er helemaal niets af te romen. De handigste manier om te veel te verdienen is vooral doen waar je (heel erg) goed in bent. En al het andere moet je dan zoveel mogelijk aan andere overlaten, die dat dan beter (zouden moeten) kunnen. Uitbesteden dus.
En niet zoals de massa dat doet, maar bij voorkeur slimmer. Om slim uit te besteden moet de uitbesteder nauw samenwerken met de toeleverancier. En dan hoeft het uitbesteden nog niet direct ‘outsourcen’ te heten. Het mag ook nog steeds gewoon ‘bestellen’ zijn. Als de uitbesteder de toeleverancier maar goed aanstuurt, zodat deze op de gewenste tijd de juiste hoeveelheid spulletjes van de gevraagde kwaliteit kan leveren.
Of je het nu vanuit uitbesteden of toeleveren bekijkt, het blijft teamwork. Of, als de maakindustrie topsport is, dan blijft het teamsport. En teamsporten, daar zijn wij goed in.
(En dan bedoel ik eigenlijk Nederland, als je naar de olympische resultaten van bijvoorbeeld hockey en waterpolo kijk, maar ik voel me als toeleverancier ook wel aangesproken natuurlijk).

dinsdag 6 januari 2009

De Beste Wensen

EEN GELUKKIG NIEUW JAAR

En daar kom ik dan op 6 januari mee aanzetten. Terwijl er altijd weer die discussie rond de jaarwisseling ontstaat tot wanneer je iemand nou de beste wensen mag doen. Nou, mij mogen ze ALTIJD het beste wensen, en daarom kom ik er nu pas mee. Dat is dus niet helemaal toeval.
Toeval speelt toch al een veel grotere rol dan we meestal willen. En dat terwijl toeval juist helemaal niet lijkt te bestaan. Onze gedachtewereld wereld wordt steeds spiritueler, en dat werkt ook door in de keiharde, bakstenen, wereld.

Het is geen toeval, maar het kan voorbestemming zijn. Voor degenen die zich minder afhankelijk opstellen overkomt je wat je over jezelf afroept. Je kunt dus naar het gewenste resultaat toewerken. En dat dan altijd, of dat nu rijkdom of ziekte is. Ik vrees dat menigeen die onaangenaam door het lot getroffen is het hier niet helemaal mee eens is. Laten we het er dus op houden dat je véél van wat je wilt bereiken zelf kunt bewerkstelligen.

En wat willen we meestal: gezondheid en welvaart. En dat bereiken we door weinig stress, een goede omzet en lage kosten. En dan ben ik bij de kern van mijn betoog. Voor weinig stress en lage kosten heeft de industrie goede en betrouwbare toeleveranciers nodig.

Onnodig om te vertellen dat ik u wel kan wijzen op een aantal goede toeleveranciers voor verspanende bewerkingen zoals draaien en frezen.